Max Lerk woonde als kind in de Schultingastraat .....
Een bijdrage van Max Lerk, de oudere broer van Waling. Max werd in 1931 in Bedum geboren in de Ludgerstraat. Na een paar jaar verhuisden zij naar een andere woning in de Emmalaan (toen ook nog Ludgerstraat) en weer later naar de Schultingastraat 6.  Ik heb Max voor de eerste keer telefonisch gesproken op maandag 15 mei 2006. Hij wist niets van onze website en komt binnenkort samen met zijn vrouw naar ons huis om het “meijer museum”, dus zijn ouderlijk huis tijdens de tweede wereldoorlog, weer te bezoeken. Zijn herinneringen kunt u hier lezen.
Naar de Schultingastraat....
In 1939 verhuisde ons gezin naar de Schultingastraat 6 te bedum. Ik was nog geen 10 Gebroeders Lerkjaar toen de oorlog uitbrak. Die 10e mei 1940 heeft op mij een onuitwisbare indruk gemaakt. Nog proef ik de sfeer die in de vroege morgen tussen de huizen hing. Nog voel ik de gedrukte stemming bij de mensen die in kleine groepjes op straat stonden om het angstige nieuws uit te wisselen. Nog zie ik de eerste bommen vallen, die, waarschijnlijk abusievelijk, ergens in de richting van Ter Laan door een vliegtuig werden afgeworpen. Nog hoor ik mijn moeder in haar onschuld roepen: “kijk, pamfletten”! Ze liep naar de overkant van de straat en sprak met de overburen Van der Laan. Later zou ik beseffen dat deze dag de afsluiting betekende van mijn vroege jeugd.
Oorlogstijd .....
In het begin gebeurde er naar mijn weten nog niet zoveel onheilspellends in Bedum. Het leven ging gewoon door. Ik leerde het dorp beter kennen. Op school waren veel kleine huisjesjongens en meisjes die, net als ik, de wereld verkenden. Ook op straat ontmoette ik veel kinderen van de andere scholen in het dorp. Ik weet niet meer of het voor of na die tiende mei 1940 was, dat ik met iemand langs het Boterdiep liep. Was het een leeftijdsgenootje? Van een volwassene kan ik me de aanwijzing nauwlijks voorstellen. “Doar woont Jeud Maaier”. De kleine huisjes stonden naar de drie torens te kijken. In een etalage, Dhr. en Mevr. Lerkik meen van de uurwerkmaker, lagen klokjes te pronken. Daarnaast moet het echtpaar gewoond hebben. Ik nam toen die mededeling voor kennisgeving aan. Zoals zo veel informatie werd overgedragen. Het begrip 'jeud’ vatte ik op als een voornaam. Immers, ik kende ook Jans van Voorn, de broers Max, Willem en Jans de Boer en anderen die met de voornaam bekend waren. Waarom zou ‘jeud’ dan geen voornaam zijn? Het echtpaar was in mijn herinnering klein van gestalte. De vrouw was eenvoudig, donker, gekleed. De man viel evenmin op. 

De oorlog ging door en ook jongeren zoals ik beseften steeds meer de verschrikkingen die door de bezetter werden aangedaan. Ik leerde begrippen kennen zoals ‘onderduiken’ en ‘verrader’. Landwachters en NSB’ers hadden we ook in Bedum. Sommige kende ik van naam. Zo moet ook het begrip ‘Jodenvervolging’ tot mij zijn doorgedrongen, zonder dat ik een relatie legde met het echtpaar Meijer, waarvan ik lang niet dacht aan zijn relatie met het Joodse volk.
 
 
Het geheim

De oorlog was een paar jaar aan de gang. Op een ochtend kwam mijn vader naar ons toe. Mijn broer en ik werden door hem in vertrouwen genomen. Stil luisterden we naar wat hij te zeggen had. In de afgelopen nacht hadden we logés gekregen. Ze woonden nu in de logeerkamer, de middelste van de drie slaapkamers die ons huis aan de Schultingastraat had. Het was het echtpaar Meijer, dat tijdelijk bij ons zijn in afwachting van een andere, betere, behuizing. Mijn vader wees ons op de ernst van deze logeerpartij en vroeg ons dringend om er met niemand over te praten. Het moest geheim blijven, opdat het echtpaar Meijer uit handen van de bezetters zou kunnen blijven. Bovendien zou mijn vader ernstig gevaar lopen als bekend werd dat de heer en mevrouw Meijer bij ons woonden. Waling en ik beloofden geheimhouding. We vonden het wel gewichtig en we begrepen de ernst van de zaak. 

Die dag hoorden we op straat van de verdwijning van het echtpaar Meijer. Er gingen geruchten. Het echtpaar zou zich verdronken hebben in het Boterdiep. Sommige mensen zouden zelfs een plons gehoord hebben die op verdrinking wees. Er zou gedregd worden. We luisterden naar die verhalen en wisten van niets. Ook de dagen daarna konFam. Lerkden we zwijgen. Naar ik meen heeft het echtpaar enige maanden bij ons gelogeerd. We zagen het echtpaar nauwlijks. De deur van hun slaapkamer bleef gesloten. Wij kinderen leefden alsof er geen vreemden in huis waren. Op een zekere dag waren ze, zonder dat wij dat hadden gemerkt, vertrokken. Over hun verblijf bij ons werd niet gesproken. 

Lange tijd later hoorden we dat de heer Jacob Schuurman, wertuigkundige van de zuivelfabriek, was gearresteerd. Hij zou te maken hebben gehad met de verdwijning van het echtpaar Meijer. Weer later vernam ik dat het echtpaar was opgepakt bij een boerderij te Ellerhuizen. Daarna werd het stil. De oorlog ging door en bracht nieuwe verschrikkingen, ook in Bedum. Ik hoorde daar veel over. De angstige periode werd afgesloten op 17 april 1945, de dag van Bedums bevrijding. Een heel andere ervaring drong veel van het gebeurde uit het recente verleden op de achtergrond.
Na de oorlog
Over de logeerpartij van het echtpaar Meijer is met mij niet meer gesproken. De gezinsomstandigheden waren thuis sterk veranderd, de aandacht van mijn vader was sterk gericht op de toekomst. Hij overleed op 9 oktober 1952 na een fatale ziekte. Van het ophalen van herinneringen kon geen sprake meer zijn. Lang heb ik over de logeerpartij gezwegen. Studie en werk, het stichten van een gezin en het verder werken aan de eigen toekomst deden het verleden vervagen. 

Eerst toen ik al vele jaren getrouwd was en er, waarschijnlijk tijdens een herdenking op 4 mei, aanleiding toe was heb ik het geheim aan mijn vrouw verteld. Daarna ook heb ik mijn kinderen er iets van verteld. Ik wist dat het echtpaar de oorlog niet had overleefd; mijn vader zou geen gevaar meer kunnen lopen. Ik behoefde dit geheim niet langer te bewaren.

Openbaarheid ....

Ik had nooit gegist naar hoe het allemaal gegaan was. Op welke manier raakte mijn vader betrokken bij het onderduiken van het echtpaar Meijer? Waarschijnlijk was het de collegiale relatie met de heer Jacob Schuurman. Mijn vader zat bij mijn weten niet echt in het verzet. Maar wie weet? Na de oorlog kan hij anderen hebben gesproken. Het geheim van toen is openbaar geworden. Vooral de brugwachter zal na zijn vrijlating zijn geheim hebben kunnen vertellen. Met hem ook andere betrokkenen die het er levend hebben afgebracht. Die het niet overleefden, zoals onder andere Jacob Schuurman, wisten ondanks hun doorgestane angsten te zwijgen, waarmee ze ook het leven van mijn vader hebben gered. 

Postuum ben ik ze daar zeer erkentelijk voor.

Max Lerk.